De auto wordt opgespannen met de aangedreven wielen op de rol. Ook wordt weer een toeren/snelheid van de rol ijking gedaan. Vervolgens wordt een bepaald toerental ingesteld en de bank regelt de rol op dit toerental af. Dit terwijl de man achter de knoppen vol gas geeft. De rol wordt met behulp van een elektrische stroom afgeremd. De hoeveelheid stroom is een maat voor het vermogen. De vermogenskromme wordt in stappen gemeten waarbij iedere meting even tijd kost om te stabiliseren. Tijdens het meten kunnen alle belangrijke parameters van de motor in de gaten worden gehouden: motorbelasting, ontsteking, mengsel, inlaattemperatuur, motortemperatuur, turbodruk, uitlaattemperatuur enz.. Een goede meting duurt, afhankelijk van de omstandigheden en de motor, 5 tot 15 minuten soms langer. Men verzamelt direct een schat aan gegevens qua gedragingen van de motor.
“Onze” hypermoderne vermogensbank, ook geschikt voor 4-wiel aangedreven auto’s, waarmee onder alle omstandigheden gemeten kan worden. Voor de auto staat een groot luchtkanon om de motor “koel” te houden.
Met een continu geremde bank kan men de motor dus onder ALLE omstandigheden meten; bij ieder toerental en iedere stand van het gaspedaal. Zo kan men dus rijsnelheden nabootsen en precies zien hoe de motor zich op dat moment gedraagt. Ook kan men metingen uitvoeren aan een langer vol belaste motor. Dit is met name belangrijk voor JTD motoren met verstelbare schoepen turbo’s (zonder waste gate) om te controleren of de turbodruk bij langdurige volle belasting niet te hoog oploopt. Bij een acceleratiebank kan dat allemaal niet. Men kan met een continu geremde bank echter wel weer acceleratie meten net als bij een acceleratiebank. Echter wordt bij een dergelijk test niet het vermogen gemeten maar gekeken of de motor goed oppakt en niet pingelt tijdens het accelereren.